Debat raadsvergadering 23 mei 2022

Gisteravond tijdens de raadsvergadering heeft Lijst Fier in het openbaar verslag gedaan van het gebeuren rondom Dorpstraat 154. Hier vindt u de tekst en de vragen.

N.a.v. de magere, niet overtuigende beantwoording hebben wij uiteindelijk het vertrouwen in wethouder Visser opgezegd. Een motie met die strekking werd met vijf stemmen voor (van ABV en LF) en vier stemmen tegen aangenomen.

——————————–

Geacht college,

(Inleiding)

Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Dit paard lijkt voorlopig even aan de einder richting Vliehors in de rengalop uit het zicht te zijn geraakt, terwijl voor de mensen in het dorp niet echt duidelijk is waar dit op gebaseerd is. Hoewel wethouder Visser en zijn broer makelaar Visser onbeschaamd verkondigen dat Robert Lanting en ik onbetrouwbaar zijn, kiezen wij voor andere woorden door gewoon vragen te stellen in de openbaarheid van dit debat.

Vragen stellen die wellicht ongemakkelijk zijn of als zodanig opgevat worden, maar van belang zijn om duidelijkheid te kunnen verschaffen, wellicht verheldering, waarmee de twijfel weggenomen wordt en de bestaande basis van het belangrijke vertrouwen in tact blijft. Want dat is nodig om voor het algemeen belang het lokale bestuur op Vlieland effectief, met draagvlak en vertrouwen haar werk te laten doen voor het eiland, waarbij rechtvaardigheid, inlevingsvermogen en moed hierbij naar onze mening essentieel zijn.

Hoewel dus enkele vragen reeds in de beslotenheid met andere fracties beantwoord zullen zijn, zal ik namens Lijst Fier deze voor de context van het gebeuren wederom benoemen in de openbaarheid.

Dat de vaststelling van de agenda tijdens de afgelopen gemeenteraadsvergadering van maandag 25 april jl. tumultueus verliep, zal door niemand als overdreven worden bestempeld. Dat bleek duidelijk ook niet goed voor de verhoudingen maar – wellicht nog belangrijker – ook uitermate slecht voor de uitstraling van ons lokaal bestuur, zoals in het dorp en in de pers ook wel te vernemen was.

Conceptagendapunt 10 (aankoop Dorpsstraat (DS) 154) was hierin de spil en roept dus diverse vragen op. Inhoudelijk, procedureel en qua integriteit.

Het blijft ons verbazen hoe een dergelijk raadsvoorstel vanuit het college zo mager onderbouwd kan worden voorgelegd, terwijl er bijna zes ton aan publiek geld mee gemoeid was. Hoe ziet het college dit achteraf in relatie tot de vooraf ingediende schriftelijke vragen van Lijst Fier, gevoegd bij het resultaat i.c. de verwijdering van de agenda?

De veronderstelde tijdsdruk lijkt een middel geweest te zijn om de raad blijkbaar bij het kruisje te laten tekenen. Zo voelde het. Bij wie komt die veronderstelde tijdsdruk vandaan? Immers, de verkoper heeft mij in het weekend voor de raadsvergadering nog aangegeven dat niet hij de woning te koop aanbood, maar dat hij door de makelaar was benaderd met de opmerking: “Ik heb een koper voor je woning”. De volgende dag na de raadsvergadering heeft diezelfde verkoper aangegeven dat” hoewel er nu uitstel was, “hij wel de tijd heeft”. Hoe verklaart het college dan nogmaals deze opgebouwde tijdsdruk, waarin onderliggende stukken niet opgesteld konden worden?

Hoe kan college een schriftelijke vraag vanuit de raad voor een taxatierapport door u ‘als niet van meerwaarde en niet te taxeren’ worden bestempeld aangezien ‘er louter sprake is van maatschappelijke waarde’? Waar haalt u die wijsheid vandaan en kunt u dat onderbouwen?

Hoe ziet het college de afwijzing van nadere informatie richting een raadslid, terwijl een raadslid alleen bepaalt over welke informatie hij of zij wenst te beschikken? Als raadslid heb je immers het volste recht op de door hem of haar gevraagde inlichtingen (art 169, lid 3 Gemeentewet). Het college is zoals bekend verplicht om alle door een raadslid gevraagde informatie aan de gehele raad te verstrekken.

Procedureel werden wij als raad vervolgens, bij het ordevoorstel bij agendapunt 1 om agendapunt 10 van de agenda te verwijderen, door de raadsvoorzitter onder druk gezet om dit onderwerp op de agenda te laten staan. Hoe kan onze voorzitter, die boven de partijen dient te staan, dit ongevraagde stemadvies verantwoorden? Hoe kan onze raadsvoorzitter verantwoorden dat hij expliciet de belangen van het college meer dient dan die van het Grondwettelijk Hoofd van de gemeente?

Wij moeten na deze ongemakkelijke vertoning uiteraard ook naar onszelf kijken. Achteraf gezien hebben wij in vertrouwelijkheid als vier fractievoorzitters een positief gevoelen geuit zoals gevraagd richting het college over een voornemen, terwijl dat als besluit en mandaat werd opgevat .

Het beeld dreigt dus te ontstaan, of bestaat mogelijk al bij sommigen, dat de raad zich voor een deel laat aanleunen dat het college hem voorstellen voorlegt die in de achterkamer van het presidium zijn voorbesproken. Dat kan ook als voorgekookt worden uitgelegd. Vervolgens blijkt, hoe verwarrend, ook nog eens een deel van de raad dit ook daadwerkelijk te hebben opgevat en ook uitspreekt dat de raadsvergadering nu beoogt te formaliseren wat het staatsrechtelijk niet bestaande presidium en/of fractievoorzittersoverleg heeft “besloten”. Dit orgaan besluit echter niets, de raad neemt besluiten. Punt.

Dat het college met een onderhandelingsresultaat zou komen was mij helder, maar niet dat dit meteen, zonder enige onderliggende stukken, op de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering als kaal besluit zou worden voorgelegd. Een dergelijk besluit zal gedegen onderbouwd moeten zijn en dat vergt iets meer tijd. Dit is een kwestie van onderhandelen dus en van participatie. Ziet u dit nog steeds niet in college?

Bij de constatering hiervan werden wij als fractie Lijst Fier vervolgens aangekeken en bejegend door zowel de burgemeester als door wethouder Visser alsof wij zaken saboteren, of op z’n minst deze op ongepaste wijze frustreren. Terwijl hier oprecht de controlerende taak van een raadslid werd/wordt uitgeoefend.

Dat wethouder Visser mij hierop vooraf aanspreekt als zijnde “Jij weet niet hoe de wereld in elkaar zit, zo werkt het”, is hilarisch. Maar eigenlijk ook droevig! Dat diezelfde wethouder Visser mij achteraf als onbetrouwbaar wegzet, is stuitend te noemen en vereist feitelijk een excuus.

Hoe ziet wethouder Visser dit?

Hoe kijkt u nu naar dit geschetst relaas en onderschrijft u, college, dat uw rol in deze zwaar onder de maat was, laakbaar en op de kortst mogelijke termijn terzake overleg met de raad vereist?

Een week na de raadsvergadering vernamen wij taal noch teken vanuit het college.

Het meest bizarre van de vergadering lijkt echter het feit, dat het kennelijk als normaal wordt aangemerkt dat de portefeuillehouder/wethouder, zo werd mij in persoon pas op de maandagmiddag voor de raad door wethouder Visser verteld, privépartij is bij deze ogenschijnlijk driepartijenovereenkomst waar de broer van de wethouder nota bene als niet NVM-makelaar optrad/optreedt. En om die reden kon er van uitstel geen sprake zijn, aldus de wethouder. Nogmaals, bizar. Dit raakt dus wellicht aan de integriteit. Ogenschijnlijk ernstig genoeg om alle schijn hiervan weg te nemen. En waar de burgemeester als hoeder van een integer gemeentebestuur kennelijk totaal niet op acteer of reageert. Terwijl de wet toch duidelijke taal spreekt, namelijk dat de burgemeester  de bestuurlijke integriteit bevordert (art 170 lid 2 Gemeentewet). Hoe ziet u dit, burgemeester?

Onze vragen hieromtrent zijn dus ook hoe het college nu aankijkt tegen dit feitenrelaas. Hoe de voorzitter aankijkt tegen zijn niet acteren waar het moest en zijn acteren waar het achterwege diende te blijven?

Dat net voor de sluiting van de raadsvergadering raadslid/wethouder Visser een niet-onderbouwde insinuerende opmerking maakt inzake drankinname voorafgaand aan de raadsvergadering, is wat mij betreft ook een voorbeeld van onacceptabel gedrag. Onbegrijpelijk dat onze voorzitter hem daar niet op aanspreekt maar ogenschijnlijk gewoon de vergadering sluit.

Hoe kijkt onze voorzitter hier nu naar, gezien ook de krantenkoppen en algehele beeldvorming en verwarring van dien? Hoe veilig voelen raadsleden zich bij het aanhoren en niet acteren van de voorzitter op dergelijke ongenuanceerde uitlatingen in de openbare vergadering?

Afsluitend hebben wij zoals verwoord in een van onze schriftelijke vragen, in het kader van onze controlerende rol, voor alle helderheid en zuiverheid, op basis van de reeds genoemde verplichting van het college om alle door een raadslid gevraagde informatie aan de gehele raad te verstrekken, alle bestaande informatie (mails, gespreksnotities, apps, et cetera) opgevraagd met betrekking tot het dossier DS 154 om de schijn van belangenverstrengeling helder en overtuigend te ontkrachten. Die beantwoording kwam afgelopen week binnen en was onder de maat. Niet overtuigend.

Op weg naar het geplaveide pad van verantwoordelijk, van integer en oprecht handelen, zullen eerst deze ongemakkelijke vragen vanuit de ruwe berm waarin wij ons nu bevinden, overtuigend beantwoord moeten worden, zodat het lokaal bestuur zich weer volledig kan richten op het dienen van het algemeen belang.

Dank u wel.

Vragen aan het college in verband met

 het verzoek tot een interpellatiedebat

op 23 mei 2022

1.

Hoe kijkt het college achteraf aan tegen de vooraf ingediende schriftelijke vragen van Lijst Fier voor onderliggende stukken, gevoegd bij de opperste verbazing en ontzetting van een deel van het college en raad tijdens het ordevoorstel en resultaat i.c. de verwijdering van de agenda?

2.

De veronderstelde tijdsdruk lijkt een middel geweest te zijn om de raad blijkbaar bij het kruisje te laten tekenen. Zo voelde het. Bij wie komt die veronderstelde tijdsdruk vandaan?

3.

Hoe verklaart het college deze opgebouwde tijdsdruk, waarin onderliggende stukken niet opgesteld konden worden?

4.

Hoe kan het college een schriftelijke vraag vanuit de raad voor een taxatierapport door u ‘als niet van meerwaarde en niet te taxeren’ worden bestempeld aangezien ‘er louter sprake is van maatschappelijke waarde’? Waar haalt u die wijsheid vandaan en kunt u dat onderbouwen?

5.

Hoe ziet het college de afwijzing van nadere informatie richting een raadslid, terwijl een raadslid alleen bepaalt over welke informatie hij of zij wenst te beschikken?

6.

Hoe kan onze voorzitter, die boven de partijen dient te staan, een ongevraagd stemadvies verantwoorden? Hoe kan onze raadsvoorzitter verantwoorden dat hij expliciet de belangen van het college meer diende dan die van het Grondwettelijk Hoofd van de gemeente?

7.

Dat het college met een onderhandelingsresultaat zou komen was mij helder, maar niet dat dit meteen, zonder enige onderliggende stukken, op de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering als kaal besluit zou worden voorgelegd. Een dergelijk besluit zal gedegen onderbouwd moeten zijn en dat vergt iets meer tijd. Dit is een kwestie van onderhandelen dus en van participatie. Ziet u dit nog steeds niet in, college?

8,

Dat wethouder Visser mij hierop vooraf aanspreekt als zijnde “Jij weet niet hoe de wereld in elkaar zit, zo werkt het”, is hilarisch. Maar eigenlijk ook droevig. Dat diezelfde wethouder Visser mij achteraf als onbetrouwbaar wegzet, is stuitend te noemen en vereist feitelijk een excuus. Hoe ziet wethouder Visser dit?

9.

Hoe kijkt u nu naar dit geschetst relaas en onderschrijft u, college, dat uw rol in deze zwaar onder de maat was, laakbaar en op de kortst mogelijke termijn terzake overleg met de raad vereist?

Kennelijk wordt als normaal aangemerkt dat de portefeuillehouder/wethouder, zo werd mij in persoon pas op de maandagmiddag voor de raad door wethouder Visser verteld, privépartij is bij deze ogenschijnlijk drie-partijenovereenkomst waar de broer van de wethouder nota bene als makelaar optrad/optreedt. En om die reden kon er van uitstel geen sprake zijn, aldus de wethouder. Nogmaals, bizar. Dit raakt dus wellicht aan de integriteit. Ogenschijnlijk ernstig genoeg om alle schijn hiervan weg te nemen. En waar de burgemeester als hoeder van een integer gemeentebestuur kennelijk totaal niet op acteert of reageert. Terwijl de wet toch duidelijke taal spreekt, namelijk dat de burgemeester  de bestuurlijke integriteit bevordert (art 170 lid 2 Gemeentewet). (10) Hoe ziet u dit, burgemeester?

(11) Onze vragen hieromtrent zijn dus ook hoe het college nu aankijkt tegen dit feitenrelaas. (12) Hoe kijkt de voorzitter nu aan tegen zijn niet acteren waar het dringend gewenst was en zijn acteren waar het stellig achterwege diende te blijven?

13.

Hoe kijkt onze voorzitter naar de ongenuanceerde opmerkingen van wethouder/raadslid Visser over vermeend drankgebruik, gezien ook de krantenkoppen en algehele beeldvorming en verwarring van dien?

14.

Hoe veilig voelen raadsleden zich bij het aanhoren en niet acteren van de voorzitter op dergelijke ongenuanceerde uitlatingen in de openbare vergadering?

Namens Lijst Fier, dank u.

Henk Veerdig

2 reacties

  1. Henk en Robert, een éénmalige reactie hoe ik één en ander beleefd heb met betrekking tot Dorpsstraat 154.

    Ik richt me aan jullie want het lijkt of jullie de partij zijn en andersom.

    Ik heb jullie beide inderdaad onbetrouwbaar genoemd, dat klopt. Het heeft de volgende oorzaak.

    Henk, jij gaf als één van de fractievoorzitters namens Fier de burgemeester groen licht om Dorpsstraat 154 aan te kopen nadat ik het de Gemeente had aangeboden namens de eigenaren. De burgemeester heeft mij op dat moment laten weten dat hij alle fractievoorzitters had gesproken en dat ze er unaniem achter stonden.
    Eén en ander is intern bij de gemeente teruggekoppeld en er is vervolgens een koopovereenkomst opgesteld onder de opschortende voorwaarde van toestemming van de raad. Daarna is de koopovereenkomst intern bij de gemeente besproken alvorens er getekend werd. Een weloverwogen koop denk ik dan. De toestemming van de raad leek een formaliteit gezien het vooroverleg met de fractievoorzitters.

    Robert, jij feliciteert vervolgens de eigenaar van Dorpsstraat 154 met de verkoop van de woning aan de Gemeente Vlieland. ‘Gefeliciteerd Jaap, mooi voor jullie en een mooie kans voor de gemeente. Maak je geen zorgen; het komt helemaal goed’, aldus Robert.
    Twee dagen daarna spreekt Henk de eigenaar van Dorpsstraat 154 op straat aan dat hij niet akkoord gaat. Enkele dagen daarna vertelt Fier lid Cees Politiek aan de eigenaar van Dorpsstraat 154 dat Henk liever een nieuw gemeentehuis op het bedrijventerrein wil bouwen. Tot slot komt Henk bij mij op kantoor vragen stellen die tot de onderzoeksplicht van de koper behoren. Ik heb Henk daarop laten weten dat ik hem niet van dienst kon zijn omdat ik voor de verkoper werk.

    De Gemeente Vlieland was de koper, de burgemeester en de secretaris mijn gesprekspartner. Niet de persoon Henk Veerdig of een politieke partij. Het hoort in deze situatie gewoon niet zo dat je een verkoper op straat aanspreekt en deelgenoot maakt van een politiek spel. Sterker nog, aan het einde van het liedje zijn ze zijn ook nog geslachtofferd. Tachtig jaar en hun leven geen vlieg kwaad gedaan.

    Ik vind het niet gek dat de eigenaren van Dorpsstraat 154 zich belazerd voelen. Nota bene door de partij waar ze op gestemd hebben. De bovenstaande gang van zaken was voor mij aanleiding om jullie onbetrouwbaar te noemen.

    Zakelijk gezien had de Gemeente het recht om van de koop af te zien. Daar is niets afwijkends aan, als verkoper hou je er natuurlijk rekening mee. Maar gezien de aanloop van het hele verhaal en zeker na de felicitaties van Robert was er geen reden om aan te nemen dat de raad niet akkoord zou gaan. Overigens heb ik begrepen dat de ABV fractievoorzitter gelijk de vraagprijs ad 595.000 KK wilde geven. Als dat zo is dan is de draai die ABV maakt op zn zachts gezegd ook opmerkelijk.

    Het staat mij als makelaar vrij om verschillende panden te koop aan te bieden.
    Het staat een ieder vrij om te kopen wat hij of zij wil. De eigenaren van Dorpsstraat 154 konden een keuze maken uit verschillende koopwoningen of een huurwoning in de Boswijk. Toen de eigenaren van Dorpsstraat 154 onder andere een bezichtiging aanvroegen bij het huis van mijn broer aan de Dennenlaan 32 zagen we uiteraard het risico van belangenverstrengeling aan Dick zijn zijde.

    Hij heeft zich daarop direct teruggetrokken voor zover de aankoop Dorpsstraat 154 bij de Gemeente Vlieland aan de orde zou komen. Ik neem aan dat dit controleerbaar is in de notulen.

    We zitten op Vlieland nu eenmaal allemaal dicht bij elkaar en vaak hebben mensen verschillende petten op. Dat is in iedere kleine gemeenschap en met name op de eilanden zo. Het vergt een beetje vertrouwen in elkaar, zo gaat het al eeuwen.
    Zo heb ik al jaren contact met de echtgenote van Henk die op het gemeentehuis werkt. Ook daarvan kun je denken dat ze thuis dingen zou kunnen vertellen die ze niet hoort te vertellen. Dat zal niet zo zijn want ze is uiterst discreet en correct. Ik vertrouw haar volledig.

    De oorzaak van alle achterdocht is naar mijn idee dat alleen de burgemeester, de secretaris en wethouder Elsje de Ruijter (overigens niet de eersten, de besten) wisten van de interesse van de eigenaren van Dorpsstraat 154 voor de Dennenlaan 32 en niet de hele gemeenschap inclusief de raad.

    De burgemeester (of wie dan ook) kon er ook niets over zeggen omdat het een zaak is die tussen de eigenaren van Dorpsstraat 154 en de Dennenlaan 32 speelde. De gemeente en de gemeenschap hebben er helemaal niets mee te maken wat een koper en verkoper met elkaar bespreken zolang er maar geen sprake is van belangenverstrengeling.

    De suggestie dat deze transactie doorgestoken kaart is, is een primaire gedachte.
    Ik denk niet dat de burgemeester, de secretaris en de wethouder Elsje zich voor het karretje laten spannen en zich hier voor lenen. De gedachte aan belangenverstrengeling is kennelijk al genoeg om van alles te roepen. Ik heb echter nog geen enkel bewijs gezien of gehoord waaruit blijkt dat deze transactie niet zuiver zou zijn. Het zegt nogal wat over jullie vertrouwen in de burgemeester, secretaris en de andere wethouder. Het lijkt mij geen goede start voor de mogelijke samenwerking van Fier met de burgemeester en de secretaris.

    Ik hoop dat alle raadsleden er zitten voor het algemeen belang en niet voor de maandelijkse toelage of aandacht. Neem besluiten op basis van feiten. Kies niet uit onzekerheid of veiligheid voor degene met de grootste mond.

    Mochten jullie het anders zien kom dan alsjeblieft met bewijzen. Wat ik tot nu toe heb geschreven is eenvoudig door iedereen te controleren. Als ik het fout gedaan heb dan ben ik de eerste om daar mijn excuses voor aan te bieden.

    Tot slot Henk, Ik hoor je onder andere op Friesland TV suggereren dat Dick Visser en zijn broer Makelaar Visser een driehoeksruiltje hebben bekokstoofd. Bewijs het of zwijg.
    Je wilt graag wethouder worden, wees dan ook een leider voor iedereen en stel het belang van Vlieland voorop. Tot op heden zie ik namelijk, totaal onnodig, alleen maar verliezers en dat verwijt ik jullie.

    Op naar betere tijden.

    Martijn Visser met toestemming van de eigenaren van Dorpsstraat 154 Vlieland.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Tussen vrede en oorlog…

“Iedereen is nodig” om weerbaar te zijn tegen oorlog en crisis, zo schreven de ministers van Justitie & Veiligheid en van Defensie begin deze maand,

Lees verder »

Algemene beschouwingen Lijst Fier

Voorzitter, deze begrotings-raadsvergadering van vanmiddag draait om het vaststellen van de begroting 2025 inclusief meerjarenraming en investeringsplan. Wij danken de afdeling Financiën wederom voor deze

Lees verder »