In de recent ondertekende Woondeal De Waddeneilanden met Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening) heeft ons college een inspanningsverplichting op zich genomen om 125 extra woningen te bouwen tot 2030. Is het bouwen van woningen de oplossing voor alle problemen rond het huisvestingsvraagstuk op Vlieland?
De situatie is zorgwekkend maar niet uniek voor Vlieland. In meer delen van Nederland is sprake van een woningcrisis. Om uiteenlopende redenen. De Nederlandse bevolking is in de afgelopen 50 jaar met 35% gegroeid terwijl de gemiddelde huishoudensgrootte met 40% is afgenomen. Ook zijn de bouwkosten flink gestegen en zijn nog veel woningen niet of nauwelijks toegerust op moderne eisen van duurzaamheid en energieverbruik – ook dit brengt hogere woonlasten met zich mee. Vrijwel overal in Nederland en dus ook op Vlieland is de betaalbaarheid van huisvesting fors afgenomen, met name voor starters.
De prijsstijging van koophuizen werd mede veroorzaakt doordat (hypotheek)rentes tot een jaar geleden ultra laag waren. Dit heeft ook z’n uitwerking gehad op Vlieland, waar huizen verkocht worden tegen prijzen die ver buiten het bereik liggen van (bijna) een ieder die thans een woning huurt. Dat de prijzen van woningen nu vooralsnog slechts licht dalen, terwijl de hypotheekrente in een jaar tijd verdrievoudigd is, kan wijzen op de hardnekkige vraag bij kapitaalkrachtige niet-eilanders naar een woning op Vleiland. Daarmee zijn dus veel eilanders die willen doorstromen naar een eigen woning niet geholpen.
Het probleem neemt op Vlieland intussen snel toe, mede gelet op de enorme toename van het aantal 1-persoonshuishoudens op het eiland. Veel ouderen wordt nu voor de voeten geworpen dat zij in een te grote woning leven, terwijl zij de afgelopen tien jaar juist gestimuleerd zijn om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. De bouw van De Boswijk heeft daarin weinig kunnen veranderen.
Specifieke Vlielandse omstandigheden maken het probleem tevens nijpender en de oplossingen schaarser. De belangrijkste: er moet erg veel gebeuren op een relatief klein oppervlak. Niet alleen huisvesting, maar ook mobiliteit/transport, recreatie en natuur vragen om ruimte, alle met hun eigen invloed op stikstof-depositie en leefklimaat. De ambities zitten elkaar in toenemende mate in de weg.
Daarom volstaat het niet om als antwoord op de vraag: “wat voor eiland willen wij in de toekomst zijn?” enkel meer woningen te plannen. De vraag is ook: wie en welke sectoren moeten inschikken?