Schriftelijke vragen (artikel 32 van het RvO gemeenteraad Vlieland) van de fractie van Lijst Fier naar aanleiding van de totstandkoming van het raadsvoorstel aankoop Dorpstraat 154.
Geachte college,
Met betrekking tot het door uw college op 29 maart 2022 vastgestelde raadsvoorstel ‘aankoop Dorpsstraat 154’ heeft de fractie van Lijst Fier behoefte aan antwoorden op vragen die samenhangen met de totstandkoming van dit voorstel. De aanleiding hiervoor is tweeledig.
- Tijdens de behandeling van het voorstel van orde van de fractie van Lijst Fier over het afvoeren van de agenda van het voorstel ‘aankoop Dorpstraat 154’ heeft uw voorzitter een tijdlijn geschetst waarlangs de totstandkoming van het raadsvoorstel nader werd toegelicht. Op basis van nieuwe en relevante informatie die (grotendeels) ontbrak in het raadsvoorstel, roept dit vragen op die wij graag beantwoord willen hebben.
- Tijdens de behandeling van het voorstel van orde van de fractie van Lijst Fier over het afvoeren van de agenda van het voorstel ‘aankoop Dorpstraat 154’ verliet de heer D. Visser de vergadering. Een duidelijke toelichting hierop werd door zowel de heer Visser als door de voorzitter van de raad niet gegeven hetgeen tot verbazing leidde onder raadsleden en aanwezigen op de publieke tribune. Daags na de raadsvergadering heeft een ieder kunnen lezen in het verslag dat van de vergadering is gemaakt dat de heer Visser de vergadering verliet vanwege zijn persoonlijke betrokkenheid bij de aankoop door de gemeente van het pand Dorpsstraat 154. Hier zijn voorafgaand aan de raadsvergadering van de zijde van het college nimmer mededelingen over gedaan. Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en in het belang van integer bestuur dient over de motieven van de heer Visser om de vergadering onaangekondigd te verlaten, duidelijkheid te komen.
Dan volgen hierna onze vragen die verwerkt zijn in de tijdlijn zoals geschetst door uw voorzitter tijdens de raadsvergadering van 25 april jl.
- Op 28 februari heeft het college bericht gekregen van de makelaar dat DS 154 te koop komt. De eigenaar van het pand wil het graag in eerste instantie aan de gemeente aanbieden.
Vraag: Op welke wijze heeft de makelaar kenbaar gemaakt dat de eigenaar van DS 154 de woning aan de gemeente te koop aanbiedt? Mondeling (met welke bestuurder en/of ambtenaar heeft de makelaar contact opgenomen) of schriftelijk? Indien het bericht schriftelijk kenbaar is gemaakt (per brief, e-mail en/of app) verzoeken wij om inzage in dit document/deze documenten.
Vraag: Of is het initiatief voor aankoop van de woning DS 154 gekomen vanuit uw college? Immers, de verkoper zelf stelt dat hij door de makelaar benadert is met de opmerking “ik heb een koper voor jouw huis”.
- Op 4 maart is met de fractievoorzitters besproken dat het pand DS 154 aan de gemeente te koop is aangeboden, inclusief de vraagprijs en de deadline. Tijdens dit overleg zijn door de fractievoorzitters geen wensen en bedenkingen meegegeven.
Vraag: Is van het overleg met de fractievoorzitters een verslag gemaakt? Zo ja, dan verzoeken wij om inzage in dat verslag.
- In de week van 4-11 maart is het onderhandelingstraject ingezet en afgerond, met de opschortende voorwaarde van instemming door de gemeenteraad.
Vraag: Wie heeft namens uw college de onderhandelingen gevoerd met de makelaar? Welk mandaat had/hadden degene(n) die namens het college de onderhandelingen met de makelaar heeft/hebben gevoerd?
Vraag: Is in relatie tot de opschortende voorwaarde concreet de datum van 25 april 2022 vastgelegd? Zo ja dan verzoeken wij om inzage in het voorlopig koopcontract waaruit dit blijkt.
- Op vrijdag 11 maart zijn de fractievoorzitters geïnformeerd per e-mail dat er overeenstemming is over de prijs onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeenteraad. Twee raadsleden reageren op deze e-mail waaronder de heer Veerdig van Lijst Fier.
- Op 29 maart heeft het voltallige college besloten tot het vaststellen van het raadsvoorstel aankoop DS 154. Op 5 april wordt het collegebesluit gepubliceerd op de website van de gemeente.
- Op 11 april komt het Presidium bijeen. De heer Veerdig vraagt tijdens deze bijeenkomst naar onderliggende stukken bij het raadsvoorstel waaronder het taxatierapport. Daarop wordt geantwoord namens het college dat geen taxatie is uitgevoerd omdat het college van oordeel is dat een eerlijke aankoopprijs wordt betaald voor het pand dat goed in verhouding staat tot de WOZ-waarde van andere panden in de DS.
Vraag: Wat is de WOZ-waarde van het pand DS 154 en met welke andere panden in de DS heeft het college de WOZ-waarde vergeleken met die van DS 154?
- Op 14 april stelt de fractie van Lijst Fier schriftelijke vragen aan het college waaronder inzage in het taxatierapport. Op deze vraag is in lijn met het hiervoor genoemde schriftelijk geantwoord door het college. Op 21 april hebben alle gemeenteraadsleden kennis kunnen nemen van de beantwoording van de vragen van Lijst Fier. De (getekende) antwoordbrief van het college is op 26 april openbaar gemaakt.
Vraag: Is oprecht onderzocht wat de opties zijn met betrekking tot het opstellen van een taxatierapport? Zo ja, op welke wijze. Zo nee, waarom niet.
Vraag: Waarom heeft het openbaar maken van de beantwoording van de vragen van Lijst Fier niet plaatsgevonden voorafgaand aan de raadsvergadering van 25 april?
- Op 25 april verlaat de heer Visser tijdens de behandeling van het voorstel van orde om agendapunt 10 (aankoop DS 154) van de agenda af te voeren, de raadsvergadering met de woorden “Voorzitter, het lijkt erop dat het niet over de agenda gaat maar dat het inhoudelijk al behandeld wordt en dan wens ik de vergadering even te verlaten”. Daarop reageert de voorzitter met de woorden “De heer Visser heeft de vergadering verlaten”. Met in het achterhoofd de hiervoor genoemde citaten van de heren Visser en Schrier, hoe kan in het verslag van de raadsvergadering zoals gepubliceerd op 26 april jl. op de website van de gemeente alsmede in het UHK van 30 april jl. geschreven staan Er ontstond een discussie waarbij raadslid Dick Visser de vergadering verliet vanwege zijn persoonlijke betrokkenheid bij dit onderwerp.
Vraag: Vanaf welk moment was binnen het college duidelijk dat de heer Visser een persoonlijk belang heeft bij een instemmend besluit van de gemeenteraad over de aankoop van het pand DS 154?
Namens de fractie van Lijst Fier,
Robert Lanting.